Als we wakker worden horen we het al, het onweert en regent hard. We blijven tot een uurtje of acht in bed en gaan dan ontbijten. Ook na het ontbijt regent het nog. Het lijkt een beetje eenzelfde verloop te worden als twee dagen geleden. En inderdaad, pas rond half twaalf wordt het lichter en even later stopt het met regenen. Spullen inpakken en wegwezen dus! We huren een fiets en gaan op pad.
We fietsen eerst wat door Bocas Town. De straten langs het water zijn voornamelijk in gebruik door hotels, restaurantjes, duikbedrijfjes en supermarkten (allemaal in handen van de Chinezen en die doen hun werk goed, er is echt álles te koop en ze brengen hun kinderen ook op een originele manier naar school, zie foto!) en boottaxibedrijfjes. Maar de rest van Bocas Town is voor de lokale bevolking, op een enkel verdwaald restaurantje na.
Dan zetten we koers naar Playa Bluff. Een deel van de weg is geasfalteerd maar na een paar kilometer wordt het een zandpad. Door de regen van afgelopen nacht en ochtend is het een behoorlijke blubberboel geworden maar ach, daar kunnen wij Nederlanders wel tegen, toch?
We stoppen voor een lunch bij een restaurantje op Paki Point. Het is er rustig, op een aantal pick-up taxi's met surfers met board in de achterbak na. Playa Bluff schijnt een erg goede plek te zijn om te surfen, we horen later dat zelfs de grote jongens uit de surfwereld hierheen komen om te surfen. Het schijnt nu nog te kunnen, over een paar weken wordt het hier zomer en dan wordt de zee steeds kalmer en verdwijnen de hoge golven.
Playa Bluff is nestgebied van de zeeschildpadden. Tussen mei en september komen ze hier hun eieren leggen. Er staan borden waar je op moet letten en wat wel en niet mag, maar er is zoals op Tortuguero in Costa Rica geen controle. Maar aan de andere kant zijn hier weer minder toeristen en zijn de avondwandelingen naar het strand om de schildpadden hun eieren te zien leggen ook (nog) niet zo populair. Vraag is dus waar ze het beter hebben.
Het strand is verder prachtig. Woeste golven, een schitterend ongerept en schoon strand, palmbomen en heel weinig mensen. Dus zo moet Robinson Crusoe zich een beetje gevoeld hebben... ;-)
We zoeken een lekker plekje op het strand en blijven er een uurtje liggen. Het blijft behoorlijk bewolkt, heel af en toe komt de zon er even door maar eigenlijk is dat wel fijn, het is erg warm (zoals iedere dag eigenlijk, rond de 30 graden en een vochtigheidsgraad van rond de 90%).
Rond vieren fietsen we nog een stukje verder langs het vijf kilometer lange strand tot we niet verder kunnen, drinken hier even iets en keren dan weer om. Net als we weer op de verharde weg zijn maakt de ketting van mijn fiets rare geluiden en breekt vervolgens in tweeën. Niet meer te repareren. Vreemd is het niet, het is lang geleden dat deze ketting olie heeft gezien. Er zit niets anders op dan dat Barth me trekt, de pakweg 10 kilometer lopen naar Bocas Town duurt te lang. En dus trekt mijn lief mij dat hele eind tot het verhuurbedrijf. Erg romantisch, net op deze dag waar het 13 jaar geleden is dat ik in 2000 Barth heb verteld dat ik na 18 jaar vriendschap meer voor hem voelde dan alleen vriendschap :-)
Als we terugkomen bij het verhuurbedrijfje en aan het meisje vertellen dat de ketting gebroken is lijkt ze niet te weten wat ze ermee aanmoet. Ze belt met haar 'jefe' en vraagt ons even te blijven wachten. Het is onduidelijk waarop. Later belt iemand haar maar ze gebaart dat we moeten blijven zitten en helpt wat klanten tussendoor. Dan komt ze naar ons toe en vertelt dat we $4,50 moeten betalen omdat we de ketting kapot hebben gemaakt. We zijn naar het strand geweest en dat is niet goed voor de ketting. We laten haar de verroeste ketting zien en stellen dat dit niet gebeurd was als de ketting onderhouden was en willen dat ze de 'jefe' belt. Dat wil ze niet en ze lijkt zich erg ongemakkelijk te gaan voelen. In eerste instantie worden we wat geirriteerd maar dan begrijpen we het uit haar lichaamshouding: ze is bang voor haar baas en durft hem niet te bellen. We betalen haar en maken duidelijk dat we niet boos op haar zijn maar dat 'jefe' de fietsen gewoon beter moet onderhouden en dat we dus boos op hém zijn. Ze is duidelijk opgelucht als ze het geld krijgt. We vinden het jammer dat we die klojo niet even hebben kunnen spreken, hufter dat ie is...
Na een bijzonder welkome douche en een kort dutje gaan we uit eten bij de enige Indiër die het dorpje rijk is, Om Café. In de keuken is geen Indiër te zien maar het eten is zeer behoorlijk, al lijkt de naan wel heel erg op een dikke tortilla ;-) En natuurlijk hebben we met een lekker cocktailtje geproost op onszelf!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten